József Kiprich (1963)

Jozsef Kiprich

József Kiprich (6 september 1963), oftewel de Tovenaar van Tatabanya, speelde in de jaren ’90 voor Feyenoord en is een van de populairste spelers van de club ooit. Zelfs jaren na zijn vertrek werd zijn naam nog gescandeerd in De Kuip.

Feyenoord trok Kiprich in 1989 aan van FC Tatabánya. Met de komst van de spits brak er voor Feyenoord een succesvolle periode aan.  De club won in die jaren vier keer de beker en werd in 1993 landskampioen. Met Regi Blinker en Gaston Taument als swingende vleugelspitsen had de Hongaar de ideale aangevers aan zijn zijde en scoorde hij regelmatig.
Daarnaast was Kiprich een ultieme penaltyspecialist die steevast de keeper de verkeerde richting in stuurde om vervolgens met een zachte maar zuivere schuiver de bal de goede hoek in te sturen.

Na 128 wedstrijden en 53 goals voor de Rotterdammers vertrok Kiprich in 1995 naar Apoel Nicosia. Hij speelde daarna nog een seizoen voor FC Den Bosch, om vervolgens in 2001 zijn actieve carrière te beëindigen bij FC Tatabánya, de club waar zijn zoon Dániel later ook zou spelen.

Kiprich speelde in totaal 70 interlands voor Hongarije, waarin hij 28 keer scoorde. Hij maakte zijn debuut op 26 september 1984 in het met 3-1 gewonnen EK-kwalificatieduel in Boedapest tegen Oostenrijk. Zijn 70ste en laatste interland speelde de aanvaller op 6 september 1995 in Istanboel tegen Turkije.

Zoals vermeld was József Kiprich ongekend populair in De Kuip. Niet eens omdat hij een perfecte spits was, zijn doelpuntenmoyenne is immers niet bovengemiddeld hoog. Nee, de  anti-held Kiprich was een teamplayer die met name uitblonk vanwege zijn bescheidenheid en symphatieke gedrag. En dat in een succesvolle tijd waarin de club veel prijzen pakte met een uitstekend team.

(Foto: ANP – Marcel Antonisse)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *