Danny Boffin (10 juli 1965) was een Belgische linksbuiten die onder meer uitkwam voor Anderlecht, Standard Luik en FC Metz. Boffin was een veelzijdige speler, hij kon ook uitgespeeld worden als linksachter of linkshalf.
De kleine linkspoot startte zijn carrière in 1985 bij Sint-Truiden, destijds uitkomend in de Tweede Klasse. Dankzij zijn goede spel dwong Boffin na twee seizoenen een transfer af naar de Eerste klasse: FC Luik contracteerde hem. De razendsnelle vleugelspeler met bijnaam ‘Speedy’ paste zich makkelijk aan het hogere niveau aan en mistte in vier seizoenen slechts enkele wedstrijden. Anderlecht raakte geïnteresseerd in de speler en nam hem in 1991 over. De 26-jarige Boffin pakte vervolgens drie landstitels, drie Belgische supercups en ook nog een nationale beker.
Boffin viel te typeren als: “Iel, spichtig. Tenger, maar taai en tanig. Longen van een paardje, permanent krullend haartje. De gevreesde tegenstander, de nachtmerrie van iedere voetballer. Want laat nooit los, blijft maar hollen zonder dollen. Slechts één (en al) beweging. Een apart soort linkspoot”, zo omschreven onze collega’s van Voetblah hem.
In 1994 ging de aanvaller met de Rode Duivels mee naar het WK in Amerika. In een groep met onder meer Nederland, waarvan met 1-0 werd gewonnen, gingen de Belgen door, maar strandde in de tweede ronde. Buurland Duitsland bleek met 3-2 te sterk.
In de zomer van 1997 vertrok Boffin naar het Franse FC Metz. In zijn eerste jaar werd hij direct tweede van Frankrijk, wat tot dan de beste prestatie van de club ooit was. In 2001 keerde Boffin weer terug in België, om bij zijn oude liefde Sint-Truiden te gaan voetballen. Op zijn 39e hield hij het uiteindelijk bij Standard Luik voor gezien. Boffin, die ook de WK’s van 1998 en 2002 meemaakte, werd later onder meer assistent-trainer bij ‘zijn’ Sint-Truiden.