Dragan Džajić (1946)

Dragan Džajić (30 mei 1946). De Servische voetballegende van Rode Ster Belgrado verheef het dribbelen tot kunst. Hij werd in 2003 verkozen tot de beste Servische voetballer van de afgelopen vijftig jaar.

‘Magic Dragan’ speelde bijna zijn gehele carrière voor Rode Ster Belgrado waar hij de absolute leider van het elftal werd. Hij geldt als één van de beste vleugelspitsen ooit. Verder speelde hij, kortstondig, in Frankrijk voor SC Bastia en was hij veelvuldig international voor zijn geboorteland Joegoslavië.

De interlandcarrière van Džajić begon al toen de latere sterspeler nog maar achttien jaar oud was. Uiteindelijk zou hij 85 wedstrijden spelen voor Joegoslavië, waarmee hij recordinternational werd. Zijn meest beroemde wedstrijd was die tegen Engeland, in de halve finale van het EK 1968. Na eerst zijn directe tegenstander Ray Wilson te hebben omspeeld, legde hij Bobby Charlton in de luren om tot slot de bal met een lobje over keeper Gordon Banks te wippen (zie filmpje onderaan). Daarmee werd de regerend wereldkampioen met 1-0 verslagen en bereikte Joegoslavië de finale. Džajić wist daar vervolgens ook weer in te scoren, maar dit bleek niet genoeg te zijn. Na een gelijkspel (1-1) was Italië in de replay met 2-0 te sterk.

Džajić speelde voor Rode Ster Belgrado in twee periodes maar liefst 590 wedstrijden waarin hij 271 goals wist te maken. Het leverde hem een mooie waslijst aan titels op: winnaar van de Prva Liga: 1963/64, 1967/68, 1968/69, 1969/70, 1972/73, de Marshall Tito Beker: 1963/64, 1967/68, 1969/70, 1970/71 en persoonlijk werd hij topscorer van het EK in 1968, stond hij in het EK-team van het toernooi in 1968 en 1976, was hij ‘Golden Player’ in 2003 en is hij recordinternational van Joegoslavië.

Het verhaal van Džajić begint dus in Belgrado bij ‘Rode Ster’ in 1961. Hij was toen nog maar vijftien jaar oud maar was met zijn snelheid, uitstekende dribbels en goede voorzetten zodanig opgevallen tijdens een jeugdtoernooi dat hij een contract in de wacht sleepte.

Hij zou er tot 1975 spelen en werd er een grote! Zelfs Real Madrid wilde de vleugelspits inlijven, maar Džajić wilde zelf niet. Hij scoorde er namelijk lustig op los en had het naar zijn zin in Belgrado en behaalde de ene na de andere prijs. Dit ondanks een linkerbeenbreuk dat hem drie maanden aan de kant had gehouden. Na het ongekende aantal van maar liefst 590 wedstrijden en 271 doelpunten verkoos Dragan een buitenlands avontuur bij SC Bastia dat de lokale trots is van het eiland Corsica.

Hij drukte er meteen zijn voetbalstempel: Na enkele seizoenen in de middenmoot te hebben gespeeld, werden ‘Les Lions’ in 1977 onder leiding van dribbelaar Džajić derde. Mede door zijn 21 doelpunten plaatste Bastia zich hiermee voor de UEFA Cup. Hij vond het echter wel welletjes en besloot terug te keren naar zijn oude liefde in Belgrado.

Het leverde hem en Rode Ster nog 25 wedstrijden samen op waarin Dragan vijf maal wist te scoren. Toen vond hij het genoeg geweest en in 1978 stopte de loopbaan van deze markante speler. De volgens Pelé “meest natuurlijke voetballer die ik ooit heb gezien”, was inmiddels 32 jaar en besloot zich aan andere zaken te gaan wijden.

Oud-Joegoslavisch international Dzajic, ook wel liefkozend ‘Firi’ genoemd, was in het verleden voorzitter van Rode Ster. Hij zou met twee andere bestuursleden tussen juli 2001 en maart 2002 geld hebben verduisterd van de transfer van Goran Drulic naar het Spaanse Real Zaragoza. Er werd toentertijd 26 miljoen Duitse Mark voor de voetballer betaald, maar op de papieren kwam een bedrag van achttien miljoen te staan. Hij werd echter vrijgesproken omdat het om valse beschuldigingen bleek te gaan.

In 2003 werd Dragan Džajić door de Voetbalbond van Servië en Montenegro verkozen tot de beste voetballer van de afgelopen vijftig jaar. Džajić eindigde met 56 punten voor Dragan Stojković (26 punten) en Dejan Savićević (23 punten).

(Foto: Wikipedia)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *