Evert ten Napel blikt terug op zijn 18-karaats carrière

Evert ten Napel was meer dan veertig jaar een vertrouwde stem in miljoenen voetbalminnende Nederlandse huiskamers. Hij kan daarmee gerust een van de meest markante vaderlandse voetbalverslaggevers genoemd worden. We blikken terug op een imposante carrière van een liefhebber die net zo lief met de microfoon in de Baandert rondliep als in Bernabéu.

“Als een granaat vliegt die bal erin!”
“Dit is een 18-karaats doelpunt”
“Goede genade zeg, wat een doelpunt”
“De messen zijn geslepen!”

En natuurlijk dé uitspraak der uitspraken: “Het Volksparkstadion is van Oranje!”

Je hóórt het hem zeggen. Het komt allemaal uit de Evert ten Napel-vocabulaire. Er is ooit zelfs een Bingo van gemaakt. Of Evert deze uitspraken allemaal heeft voorbereid? “Ach welnee, tuurlijk niet”, Evert schudt zijn hoofd. “Voor mij was dit puur intuïtie en soms floept er dan wel eens wat uit. Ik heb een eigen vocabulaire, daar moet je niet te zwaar aan tillen. Wel probeerde ik het altijd zo simpel mogelijk te houden. ‘Schwalbe’, dat vond ik bijvoorbeeld een verschrikkelijk woord. Daar heb ik toen het woord ‘fopduik’ voor bedacht. Dat is zelfs in de Dikke van Dale terechtgekomen. Ach, ik heb een beetje geprobeerd mijn eigen geluid te ontwikkelen. Dat is wel redelijk gelukt ja.”

Evert bracht duizenden wedstrijden de huiskamers in met meeslepende verslagen. Alsof hij naast je op de bank zat. Velen hebben hun herinneringen aan Evert. Of het nou de omhaal was van Marco van Basten tegen FC Den Bosch (“Schitterend! Schitterend!”), of de overwinning van Oranje (“Het Volksparkstadion is van Oranje!” of de hattrick van Romario van PSV tegen Steaus Boekarest (“Romarioooo! Romarioooo!”). Evert was decennialang een van de bepalende stemmen in onze voetbalbeleving.

We gaan terug naar de jaren ’70. Plaats van handeling: het Groningse Oosterparkstadion. Een jonge Evert ten Napel zit klaar op de perstribune om een wedstrijdverslag voor de kranten van de Drents Groningse Pers te schrijven.  Theo Koomen is door de NOS ingeroosterd om radioverslag te doen van FC Groningen – Ajax, maar krijgt autopech. Is er iemand die hem kan vervangen? Eén persoon steekt zijn vinger op, het is de piepjonge Evert ten Napel uit Klazienaveen. “Ik wil het wel proberen”.

Van het een komt het ander. Ten Napel doet het zo goed dat hij vaker mag optreden voor de NOS. In 1978 doet hij radioverslag bij de WK-finale Argentinië – Nederland. In 1979 verslaat hij samen met Heinze Bakker en Theo Koomen de Tour de France.

En dan in 1982 komt het ongelooflijke telefoontje. Wederom vanuit Hilversum, maar nu van de televisietak Studio Sport. Ten Napel herinnert zich het telefoontje precies. “We zoeken een opvolger voor Herman Kuiphof en we dachten dat jij dat misschien wel zou kunnen”. Ten Napel staat perplex: “Ik had nooit gedacht dat ze mij zouden vragen. Ik dacht, jeminee wat moet ik nu doen? Altijd keek ik huizenhoog op tegen tv-jongens als Kees Jansma, Hugo Walker en Theo Reitsma. Ik voelde dat als bescheiden Zuidoostdrent wel extra ja. Daarnaast vond ik televisie maar ijdeltuiterij waarin ik niet goed paste.” Ten Napel overlegt met zijn vrouw en enkele collega’s en trekt de conclusie ‘het is nu of nooit’.

En dat terwijl Evert ten Napel eigenlijk was voorbestemd om bakker te worden. “Ik kom uit een bakkersgezin, ik was de oudste en voorbestemd om mijn vader op te volgen. Maar ik wist eigenlijk al heel lang dat ik iets in de sportverslaggeving wilde doen. Ik had geen schuldgevoel, maar vond het wel lastig om tegen mijn vader te zeggen dat ik hem niet op zou volgen. Gelukkig wilde mijn broer het doen. Toen ik het aan mijn vader vertelde, reageerde hij met ‘ik wens je veel succes’. Daarna heeft hij er nooit meer iets over gezegd.”

Een grote carrière volgt. In de weekenden verslaat hij de Eredivisie en door de week is hij vaak op de Europese tribunes te vinden. Ten Napel vormt een illuster gezelschap met Theo Reitsma, Hugo Walker, Eddy Poelmann en later ook Frank Snoeks. Ze verslaan vele hoogte- en dieptepunten van het Nederlandse voetbal.  Hij zit bij EK’s en WK’s en Europacups. Welke wedstrijd was nou het mooist? Ten Napel: “Hoe je het went of keert, West Duitsland – Nederland in 1988 was de meest memorabele. Maar Real Madrid – Ajax (0-2, red) in 1995 was veel mooier. Dat was een Amsterdamse demonstratie van heb ik jou daar, de grote sterren van Real Madrid klapten allemaal voor Ajax.”

Het interesseerde liefhebber Ten Napel niet welke wedstrijd hij moest verslaan. Hij zat net zo lief in Bernabéu als de Baandert: “Dan ging ik naar een 0-0 wedstrijd van Fortuna Sittard tegen PEC Zwolle en zei mijn vrouw: ‘is het 0-0 en daar ga jij voor naar Sittard? Dan reageerde ik met ‘de koffie was goed en de vlaai was lekker’.”

Evert ten Napel interviewt Ruud Gullit na de gestaakte interland van Oranje tegen Cyprus in 1988 (Foto: Bogaerts, Rob / Anefo)

Tegenwoordig zitten journalisten in allerlei programma’s om het voetbal te duiden, Evert ten Napel was een van de eerste verslaggevers die zijn mening gaf over zaken. Het leverde regelmatig botsingen op met Louis van Gaal. “Louis vond dat een televisiecommentator geen mening mag hebben, die moet alleen verslag doen”, vertelt Evert. “Toen zei hij: ‘dus jij hebt verstand van voetbal?’ Louis, zei ik dan, ik heb inmiddels 8.000 wedstrijden gezien, een trainersdiploma en een scheidsrechtersdiploma, jij vindt dat ik geen verstand van voetbal heb? Dan liep hij rood aan en werd hij boos. Ik genoot daarvan.”

Het waren tijden dat een verslaggever niet allemaal voorlichters hoefde te bellen voor een interview. “Destijds ging ik gewoon mee het spelershome in, een drankje doen met de Koemannetjes of Jantje van Dijk. Nu word je als een paria behandeld als verslaggever. Ik zit daar niet meer mee, maar het is wel jammer. Voetbal wordt steeds commerciëler.”

Heeft hij in zijn rijke carrière ook fouten of blunders gemaakt? “Ik heb nooit foute doelpuntenmakers gehad”, vertelt Evert. “Dat is het allerbelangrijkste. Je moet ervoor zorgen dat je altijd je doelpuntenmakers op orde hebt. Als je het niet zeker weet? Even wachten totdat hij weer in beeld komt. De camera die beneden staat, weet het toch het beste. Maar je wilt hem toch even voor zijn.”

Wel ging hij de fout in tijdens het WK 1982:  “Ik heb de overtreding van Toni Schumacher op Battiston tijdens het WK 1982 volledig verkeerd beoordeeld. Schumacher torpedeerde Battiston, maar de bal rolde dus door en ik wilde weten of die bal erin zou gaan. Later keek ik naar de slowmotion en toen dacht ik: daar had ik iets anders kunnen beoordelen. Toen had je trouwens maar twee slowmotions he… Achteraf heb ik daar uitgebreid met de Nederlandse scheidsrechter Charles Corver over gepraat. Hij was blij dat ik hem niet had afgemaakt. Hij had die Schumacher natuurlijk rood of dik geel moeten geven.”

De kracht van Ten Napel is zijn relativeringsvermogen. “Ik heb voetbal altijd als hobby gezien en niet als werk. Voetbal wordt ook veel te serieus genomen. Ik ben een fan van René van der Gijp, die zegt dan zo mooi ‘hé ouwe reus, waar gaat het over man’.
De bodem onder zijn relativeringsvermogen werd door zijn vader gelegd. “Mijn vader zei ooit: ‘Er zijn 22 jongens die achter de bal aan rennen en er is maar één die hem heeft’. Ik zei: ‘daar heb je wel gelijk in pa.”

De bakkerij in Klazienaveen bestaat nog steeds, maar is niet meer in eigendom van de familie Ten Napel. De broer van Evert is op zijn 65ste gestopt en had geen opvolgers, waardoor een andere bakker de zaak heeft overgenomen. Verslaggever Evert heeft wel een opvolger, al is het dan niet in de sportwereld. Dochter Carrie maakt tegenwoordig furore als presentator. “Tegenwoordig ben ik ‘de vader van’ en is zij niet meer ‘de dochter van’. Dat vind ik wel grappig.”

Tekst: Maarten van Wieringen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *